Het PAROOL – donderdag 9 oktober 2008 – Truska Bast
De waar- en onwaarheden van kinderschoenen. Waar moet je op letten bij het kopen van kinderschoenen?
Goede kinderschoenen? Gewoon zelf voelen!
Over kinderschoenen bestaan veel wijsheden. Dat ze stevig moeten zijn bijvoorbeeld. En dat alleen een (dure) ‘vakman’ een goede schoen kan aan meten. Veel is klinkklare onzin, zegt expert Rob Jansen. ‘Een gezonde voet heeft helemaal geen schoen nodig.’ Je kunt natuurlijk naar de Schoenenreus of Scapino gaan. Je trekt een paar kinderschoenen naar smaak uit het schap, laat je kind passen en drukt eens op de grote teen. Je vraagt hoe het zit, kijkt hoe je kind erop loopt. En met een beetje geluk ben je klaar voor nog geen dertig euro. Maar is dat niet schadelijk voor de nog zo weke kindervoet?
Verkeerde kinderschoenen schadelijk?Is een dure schoen beter dan een goedkope, luidde de vraag. Nee dus, niet perse. Maar ja, zie dat maar eens aan ouders uit te leggen.
Die voet kan – willen de bekende kwaliteitsmerken ons graag doen geloven – makkelijk vervormd raken door de verkeerde schoen. Onherstelbare schade op latere leeftijd is het gevolg. Het aanmeten van de juiste schoen is dan ook een precaire aangelegenheid en dient overgelaten te worden aan de ‘erkende’ vakman. Immers: als ‘het fundament’ niet goed is, ‘verzakt het hele huis’. Ouders geloven het maar al te graag – het gaat tenslotte over je kind. En niemand wil onherstelbare schade op zijn geweten hebben. Toch? Maar veel ervan is onzin, zegt Rob Jansen, orthopedisch schoentechnicus. Twee laar geleden was hij medeorganisator van een symposium waarin de fabels en feiten nog eens op een rijtje werden gezet. Is een dure schoen beter dan een goedkope, luidde de vraag. Nee dus, niet perse. Maar ja, zie dat maar eens aan ouders uit te leggen.
Zolang een kind in de groei is, kun je nog alles doen.
Jansen: “Er wordt door de commercie handig ingespeeld op de onzekerheid.” Neem cees tak, voet- en schoenconsulent op de Bilderdijkstraat en al 25 jaar een begrip in Amsterdam en omstreken. Bij cees tak wordt niet alleen de lengte en de breedte van de voet-opgenomen, maar ook de stand van de hiel. Dat laatste gebeurt op een spiegel waarbij de stand van het hielbeen in graden wordt opgemeten. Daaruit kan worden opgemaakt of de voet extra steun nodig heeft, legt bedrijfsleider Maikel van Lunteren uit. “Het is normaal dat de hiel van een jong kind een paar graden naar binnen staat,” zegt Van Lunteren. Idealiter staat die hiel naarverloop van tijd vanzelf helemaal recht. Maar wanneer een kind ziek is geweest, of een groeispurt heeft doorgemaakt, zien we soms plotselinge scheefstand van de hiel.” In dat geval krijgt het kind een schoen met extra ingebouwde steun in de vorm van kurk op het voetbedje. Want, zegt Van Lunteren, “zolang een kind in de groei is, kun je nog alles doen”.
Met crocs en linnen gympen is niks mis.
In het klantenbestand van cees tak zitten de gegevens van vijfduizend kinderen, van Aalsmeer tot Groningen. Voor elk kind wordt de ontwikkeling van de voet gevolgd. Zijn het allemaal kinderen met moeilijke voeten die hier komen? Nee hoor, verzekert de bedrijfsleider.
Met veruit de meesten is niets bijzonders aan de hand. Zij komen om verantwoord schoeisel aan te laten meten of voor tussentijdse controle. Van Lunteren adviseert ouders de voeten van hun kinderen om de zes à acht weken bij hem in de winkel te laten opmeten. Waaraan moet een goede schoen voldoen? “De hiel, contrefort noemen we dat, moet stevig zijn om de hiel voldoende steun te bieden,” zegt de bedrijfsleider. “Daarnaast moet zool op de juist plek flexibel zijn: daar waar de voet afwikkelt. En de schoen moet natuurlijk goed passen.
Ouders kopen voor kinderen met smalle voeten vaak een maat te klein, omdat de schoen anders te wijd zit. Maar daardoor kun je op latere leeftijd problemen krijgen” Na een half jaar kun je een paar kinderschoenen sowieso weggooien, zegt hij, dan is de schoen ‘pasvorm technisch’ op en is de stevigheid eruit. Op de grond slingert een crocje van een meisje dat laarzen past. Wat vindt hij van deze zomerhit? Van Lunteren pakt het roze gevalletje op, bekijkt het meewarig en demonstreert dat stevigheid ver te zoeken is. “Het is leuk, maar het is voetbedekking, geen schoen.” Mogen kinderen in de zomer dan eigenlijk wel sandalen dragen? “jawel, als de hiel maar dicht is.”
Bij ’t Klompenhuisje in de Nieuwe Hoogstraat wordt de stand van de hiel niet gemeten. Maar ook eigenaresse Harmke van Heeckeren van der Schoot-Hulsbergen, die al twintig jaar kinderschoenen verkoopt, meent dat de kindervoet is gebaat bij een schoen die de hiel goed steunt. ‘Anders gaan kinderen gemakzuchtig lopen. Met een goede schoen leren ze recht op een schoen te staan.”
“Jongens moeten wat steviger kinderschoenen hebben,” zegt ze. “Door hun gewicht hebben de kinderschoenen meer te verstouwen. Meisjes zijn over het algemeen wat fragieler. Die ‘kunnen een zachtere, soepeler schoen aan.” Of een schoen goed past, beoordeelt ze door goed te kijken, te voelen en het de kinderen zelf te vragen. “Maar ik heb ook een foefje, ik kijk of er nog een vinger achter de hiel past. En anders druk ik op de grote teen.” Van Heeckeren verkoopt naar eigen zeggen ‘gewoon goeie kinderschoenen’, al gaat ze toch ook wel ‘een beetje voor het uiterlijk’.
Jansen hoort het allemaal welwillend aan. “De stand van de hiel opmeten? Zakelijk gezien is het heel slim dat deze winkel dat doet,” zegt hij. “Die aandacht geeft ouders vertrouwen. Ze trappen graag in die valkuil, maar het is natuurlijk overdreven. Zo lang er geen problemen zijn, is er geen enkele reden om dat te doen.” Dat een goede kinderschoen stevigheid moet bieden bij de hiel, is niet waar, zegt Jansen. “Een gezonde voet, let wel: een gezonde voet,” benadrukt Jansen, “heeft geen schoen nodig. Met een schoen wapen je je tegen kou en vuil, maar steun hoeft hij niet te bieden.” Een stevige schoen is hooguit prettig omwille van de duurzaamheid, maar de stevigheid heeft geen enkele invloed op de ontwikkeling van de voet. Sterker: een te stevige schoen belemmert de voet; die kan zich niet trainen. “En dat een schoen alleen buigzaam moet zijn op de plek waar de voet afwikkelt, is flauwekul.” Met crocs, linnen gympen of een badslipper is dan ook niets mis, zegt Jansen. Al is er geen onderzoek gedaan naar wat er gebeurt als je, in onze met asfalt en stoeptegels gestoffeerde wereld, dag in dag uit op All Stars loopt. “Het kan zijn dat we, bijvoorbeeld voor onze rug, wel gebaat zijn bij een zekere demping. Maar daar is onvoldoende onderzoek naar gedaan.’
Een stevige schoen is hooguit prettig voor de duurzaamheid, niet voor de ontwikkeling van de voet.
Nog een misvatting: een kinderschoen gaat een half jaar mee, daarna is hij ‘op’. Ook onzin, zegt Jansen. “Schoenen slijten bijna niet. Ja, een beetje bij de hiel, maar dat is normaal, dat is het looppatroon.” Dat brengt ons bij een volgende, vrij hardnekkige overtuiging: je mag gedragen kinderschoenen nooit doorschuiven naar een jonger broertje of zusje; hij of zij heeft immers heel’ andere voeten. “Je kunt ze rustig doorgeven,” zegt Jansen. “Maar als kinderen een jaar of vier zijn en elk paar kinderschoenen echt afgetrapt wordt, of als de zolen ongelijk zijn afgesleten, dan kun je het beter niet doen. Je moet ze gewoon een beetje kritisch bekijken.”
Een andere misvatting: een goede schoen is van leer, want leer ademt’ en kunststof niet. Jansen: “Er zijn ook goedkope, Aziatische kinderschoenen van kunststof die wel aan de eisen op dit gebied voldoen. Dat is in de winkel alleen lastig te zien. Maar je merkt het vanzelf in het gebruik als ze gaan stinken, dan zit het met de vochthuishouding niet goed.”
Het enige waar het om gaat bij de aankoop van kinderschoenen is of de schoen goed past, zowel in de lengte als in de breedte. En hoe weet je of een schoen goed past? “Dat is een kwestie van ervaring krijgen,” zegt Jansen. “Daarom zie je vaak dat ouders eerst in duurdere winkels kinderschoenen kopen, waar ze goed worden geadviseerd. Later kopen ze in goedkopere winkels. Voor een kind met brede of juist heel smalle voeten is het in een doorsnee winkel niet eenvoudig goed passende kinderschoenen te vinden. Daar worden nu eenmaal alleen doorsnee breedtematen verkocht. Voor die kinderen ben je aangewezen op zaken die ook verschillende breedtematen verkopen en dus duurder zijn, want de oplage per maat is kleiner. “Maar of de schoen nou duur of goedkoop is, voor de ontwikkeling van de voeten maakt het niet uit,” zegt Jansen.
Om zelf na te gaan of de kinderschoenen goed zitten, heeft hij een paar tips.
‘Een stevige schoen is hooguit prettig voor de duurzaamheid, niet voor de ontwikkeling van de voet’.
Ga voor de lengte uit van één centimeter extra ruimte. Dat valt eenvoudig vast te stellen door thuis, op een kartonnetje, de voet om te trekken, plus die ene centimeter. Knip uit en test het resultaat in de nieuwe schoen. Voor de wijdte is het gemakkelijker: je voelt het en je kunt het zien. “Maar het kind geeft zelf ook wel aan of een schoen lekker zit,” zegt Jansen. “Vergeet ook niet om daar goed naar te luisteren.